Binnenhavenmonitor 2019: binnenhavens als logistieke hotspots ‘boomen’

Maatschappelijke dynamiek heeft zijn weerslag in de economische prestaties van de binnenhavens. In 2018 zijn de containerbinnenhavens in ons land sterk gegroeid door vooral de komst van internetgedreven XXL-distributiecentra – dit ondanks de sterke congestie in de afhandeling van de binnenvaart in de Rotterdamse haven. Het jaar 2018 was bijzonder want het jaar waarin de binnenvaart geteisterd werd door laagwater, duidelijk voelbaar in havens als Deventer of Arnhem. In dit artikel geven wij weer wat speelt in de binnenhavens en wat de economische prestaties van de binnenhavens in 2018 zijn zoals vastgelegd in de Binnenhavenmonitor 20191, door ons opgesteld voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens.

Binnenhavens spelen een cruciale rol in maatschappelijke ontwikkelingen

De binnenhavens in ons land spelen een belangrijke rol bij verschillende actuele maatschappelijke discussies, zoals PFAS, de stikstofproblematiek, de overgang naar een circulaire economie, de energietransitie en de dozendiscussie. Het economisch presteren van de binnenhavens kan daardoor negatief maar ook positief worden beïnvloed. Denk bij negatieve impact aan de stikstof- en PFAS-dossiers op de bouwsector – dossiers die als bekend voor de lezer worden verondersteld –, waarvoor de binnenhavens een cruciale rol spelen. De vestiging van Dupont – nu Chemours – in Dordrecht is een belangrijke speler in de PFAS-discussie door de (legale) lozing van PFAS-gerelateerde afvalstoffen. Ook dit bedrijf is in een binnenhaven gevestigd en was jarenlang hét gezicht van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens doordat het op de voorpagina van de eerste Binnenhavenmonitor stond. Ook de stikstofproblematiek kan negatieve gevolgen voor de binnenhavens hebben door de functie van deze havens voor de bouw en de landbouw. Bij de landbouw gaat het om de rol van overslagcentrum van grondstoffen, veevoeders en landbouwproducten en als centrum voor de voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast gaat de circulaire economie grote effecten hebben: van circulaire landbouw tot recycling en de rol van de haven voor circulaire bouwlogistiek. Hier zijn de gevolgen zowel negatief als positief voor de binnenhavens.
Dit is ook het geval bij de energietransitie. Nieuwe grondstoffen nemen de rol van bestaande fossiele grondstoffen in, zoals biobrandstoffen en op termijn waterstof en CO2. Dit betekent dat ook aanzienlijke nieuwe investeringen in de binnenhavens gaan plaats vinden.
Tenslotte de maatschappelijke discussie rond de vele dozen in ons land.
Deze dozen, doorgaans omvangrijke XXL-distributiecentra, kennen nadelen zoals de barrièrewerking of hun onaantrekkelijke uiterlijk, maar zijn bij uitstek in binnenhavens gevestigd, zoals in de havens van Waalwijk, Tilburg of Venlo. De vestiging van distributiecentra in de binnenhavens is spectaculaire gegroeid in de afgelopen periode. Deze ‘boom’ is de belangrijkste economische prestatie van de binnenhavens in 2018, het jaar dat centraal staat in de Binnenhavenmonitor 2019.

Nieuwe aanpak vaststelling ­economische impact Binnenhavenmonitor 2019

De resultaten van de Binnenhavenmonitor over het jaar 2018 zijn in de monitor vergeleken met 2013 en 2014. Daarbij is sprake van een belangrijke trendbreuk in de door Erasmus UPT eerder gehanteerde methode. De nieuwe monitor is in samenwerking met het CBS opgesteld, waarbij het CBS als dataleverancier is betrokken, in plaats van de binnenhavengemeentes. Nog steeds is de monitor gebaseerd op een aantal casestudies per type binnenhaven. Deze verschillende typen binnenhavens leveren samen de nationale economische impact op. Tweede methodologische wijziging is dat in plaats van een schatting van de toegevoegde waarde het CBS de toegevoegde waarde nu berekent uitgaande van de daadwerkelijke opgaves van bedrijven. Daarmee is een nauwkeuriger beeld ontstaan. Nog steeds zijn de bedrijvenlijsten in de verschillende binnenhavens het uitgangspunt van de analyse. Sommige havens hebben echter een gering aantal bedrijven, waardoor het CBS hierover niet mag rapporteren vanwege het ‘onthullingsrisico’.
Voor deze binnenhavens is de traditionele methode gebruikt. Dit betreft 4 van de 25 geanalyseerde binnenhavens.

Deze nieuwe benadering levert een aantal verschillen op, onder meer een hogere toegevoegde waarde voor industriehavens en een halvering van de toegevoegde waarde van de in de zeehavens aanwezige binnenhavenverbonden bedrijven. Dit laatste is eveneens een belangrijke verbetering van deze Binnenhavenmonitor door betrokkenheid van het CBS: een meer nauwkeurige afbakening, voorkoming van dubbeltellingen en afstemming met de andere monitoren, zoals de Haven- en Maritieme Monitor.

Resultaten: toegevoegde waarde industrie en containerhavens neemt sterk toe

De resultaten van de nieuwe, door het CBS ‘gevalideerde’, monitor liggen in lijn met de voorgaande monitors. Er is sprake van een stabilisatie van werkzame personen, maar een duidelijke groei in toegevoegde waarde (tabel 1). De economische impact van de binnenhavens is daarmee nog steeds fors, ondanks de aanpassingen. Er kan zelfs worden gesteld dat het belang van de binnenhavens in deze methode significant is toegenomen door het afgenomen belang van de binnenhavenverbonden activiteiten in zeehavens. Buiten de zeehavens is de toegevoegde waarde toegenomen van 7,8 naar maar liefst 10,6 miljard euro in de periode 2014-2018.

Voor de sterke groei van de binnenhavens zijn vooral containerhavens, zoals Tilburg of Alphen aan den Rijn, verantwoordelijk: de toegevoegde waarde nam toe met 0,8 miljard euro (tabel 1). De groep ‘multifunctionele containerhavens’, zoals Venlo of Born, voegt hier nog eens 0,5 miljard euro aan toe. Dit kan verklaard worden door twee factoren. Ten eerste is het aantal container- en multifunctionele containerhavens flink naar boven aangepast. Er zijn de afgelopen jaren diverse containerhavens bijgekomen en ook de containeroverslag in de anderen typen havens is flink toegenomen. Dit heeft te maken met de tweede verklarende factor: de groei van de reeds genoemde XXL-distributiecentra.
Een tweede type binnenhavens dat het erg goed heeft gedaan zijn de industriehavens: multifunctionele industriehavens, zoals Hengelo en Bergen op Zoom of ‘gewone’ industriehavens als Almelo of Stein. Deze havens hebben niet alleen geprofiteerd van de groeiende industrie maar kennen ook het effect van de dikwijls in deze havens gevestigde distributiecentra. Ook de Drechtsteden – de ‘hors categorie’ binnenhaven – deden het goed, ondanks de crisis in de offshore. Agrohavens, zoals Zaandam, Veghel of Deventer lieten een negatieve ontwikkeling zien.
De jaren 2019 en 2020 zien wij met spanning tegemoet. PFAS, stikstof en de Coronacrisis – die zich ten tijde van dit schrijven in volle kracht openbaart – werpen hun schaduwen vooruit. Wij hebben bij het bepalen van de economische impact voor de komende jaren echter één zekerheid: door de samenwerking met het CBS en door het meenemen van steeds meer casestudies kunnen wij deze effecten, hoe ze ook uitpakken, steeds nauwkeuriger monitoren.

Media

Gegevens
Samenwerking
Media

Media

Er zijn geen samenwerking beschikbaar

Scroll naar boven