Stationsgebied bepalend voor stedelijk aanzien

Het stationsgebied bepaalt steeds meer het stedelijk aanzien. Zo vormen volledig vernieuwde stations, zoals Rotterdam Centraal, Utrecht Centraal, Assen en Harderwijk nieuwe stadsentrees van wereldklasse. De eigentijdse stationslocaties groeien uit tot populaire verblijfsgebieden en stadscentra. Gemiddeld staat ieder station na dertig tot veertig jaar op de lijst voor een ambitieuze vernieuwing. De grote stations ondergaan zelfs vrijwel permanent verbouwingen.

Reizigers en bezoekers ervaren het verblijf op het station en de directe omgeving steeds meer als een aangename beleving. Belangrijke aspecten, zoals veiligheid, schoonmaak, onderhoud en comfort worden continu verbeterd, evenals de aansluiting van de treinreis op alle andere vervoermiddelen. “De reiziger staat bij ons centraal,” zegt Daan Klaase, manager Planontwikkeling van NS Stations. “Ons streven is om van reistijd zo veel mogelijk eigen tijd te maken. Stations zijn dagelijks voor miljoenen reizigers een cruciale schakel in de reis van deur tot deur. De huidige beleving van een plezierig verblijf van reizigers en bezoekers is het resultaat van onze ambitie om OV knooppunten te maken waar alles klopt, inclusief de ketenvoorzieningen, zoals fiets- en autoparkeren en retail. Daaraan gaat uitgebreid onderzoek naar het reisgedrag en de behoeften van onze (potentiële) klanten vooraf in nauwe samenwerking met ProRail, andere vervoerders en overheden.

Complexiteit

Stationsprojecten zijn enorm complex,” licht Klaase toe. “Om Nederland mobiel te houden en projecten tijdig te kunnen opleveren, moet er dan ook wel eens een gordiaanse knoop worden doorgehakt. De complexiteit heeft te maken met enerzijds de behoeften van het steeds toenemende aantal reizigers en anderzijds het grote aantal betrokken partijen en huurders. Als bijvoorbeeld een busstation aan de andere zijde van een treinstation wordt gesitueerd, dan heeft dat een enorme impact op de loopstromen en voorzieningen op dit station. Het integrale ontwerp hiervoor en de benodigde investeringen vragen veel overleg. Tijdens een verbouwing moet een station bovendien altijd in bedrijf blijven. Dat betekent dat er vaak extra ingrepen nodig zijn om de reizigers goed en veilig door het station te leiden, zoals loopbruggen en verplaatsingen.

Stations zijn voor de bezoeker een cruciale schakel in een snelle, veilige en comfortabele reis van deur tot deur. Samen met ProRail richt NS Stations zich op het ontwikkelen en beheren van schone, veilige en toegankelijke stations en stationsgebieden, met als doel om de reis ernaar toe en het verblijf zo veel mogelijk te vergemakkelijken en te veraangenamen. Met onder andere een divers aanbod aan winkels en voorzieningen op de stations wil NS Stations inspelen op de behoefte van de klanten. NS Stations draagt met OV knooppunten van wereldklasse bij aan de reis van deur tot deur met ongeveer 4.500 medewerkers.

Wij investeren voortdurend in de kwaliteitsverbetering van onze stations,” vervolgt Klaase. “Dat doen we in het dagelijks beheer, met kleine verbeteringen, maar ook met ver vooruitzien. Zo kijken we nu samen met ProRail en andere stakeholders naar de toekomst van stations, zoals Amsterdam Sloterdijk, Nijmegen en Schiphol. Dat zijn stations die nu vanwege het grote aantal dagelijkse reizigers al ‘piepen en kraken’ en waar wij ook in de omgeving een grote ontwikkeling van het stationsgebied zien. Doorgaans is na drie tot vier decennia een station weer aan de beurt voor vernieuwing. Van de ruim 400 ­stations ondergaan zeker 20 stations tegelijkertijd een hele grote verbouwing, zoals nu Amsterdam Amstel, Driebergen-Zeist en Rotterdam Alexander. Dat is nog exclusief het grootonderhoud en onze doorlopende verbeteringen, waaronder uitbreiding van wachtruimten en toiletten op al onze stations.

Vastgoed en grondposities

Een stationsopgave gaat altijd verder, dan alleen het station zelf,” zegt Rogier de Lint, manager Verkoop en Transformatie van NS Stations. “Voor NS is ook een nadrukkelijke rol weggelegd in het streven naar het gebruik van verschillende modaliteiten in het versnellen van de deur tot deur dienstverlening, waaronder de fiets. Ook – veilige – functiemenging met wonen, kantoren, onderwijs, horeca en hotels biedt belangrijke kansen voor de toekomst. Bij het toevoegen van de op stapel staande, grote hoeveelheid nieuwbouwwoningen, denken we niet alleen aan appartementen, maar ook aan nieuwe woonvormen. Nieuwe ontwikkelingen rondom het station brengen vaak levendigheid, maar staan soms ook op gespannen voet met de eventuele toekomstige uitbreidingen van het station. NS Stations zet haar vastgoedvolume en grondposities in om stationsomgevingen te verbeteren, volgens De Lint. “Projectontwikkelaars tonen veel belangstelling, want wonen, werken en winkelen rond OV knooppunten heeft volgens beleidsmakers prioriteit,” benadrukt hij. “Dit niet alleen om aantrekkelijke centra te creëren, maar ook om mensen uit de milieu belastende auto te krijgen en de filevorming terug te dringen. NS Stations wil waar mogelijk faciliteren en optreden als (mede-)gebiedsontwikkelaar, samen met gemeenten. Wij hebben op dit gebied veel kennis en ervaring in huis. Gronduitgifte in erfpacht is daarbij een instrument om privaatrechtelijk invloed te behouden op de bestemming en het gebruik. Een jaarlijkse canon kan daarnaast functioneren als aanjaag- en financieringsinstrument – zeker in geval van laagconjunctuur. De tijd van de hoge parkeernorm lijkt verder definitief voorbij, zeker nabij de grote Randstedelijke intercity- en metrostations, volgens Klaase en De Lint. “De lage parkeernorm maakt het eindelijk mogelijk om op grote schaal woningen naast de stations te bouwen,” zeggen zij. “Wij zien een aanzienlijke groei van met name (deel)fietsen – in combinatie met nieuwe technologie. Ook de autonoom rijdende auto komt dichterbij. Deze zal leiden tot minder behoefte aan parkeerplekken bij het station en een verschuiving naar parkeren in de periferie.

Intensivering

De stationsgebieden zijn een belangrijke schakel in de landelijke ruimtelijke opgave, volgens De Lint. “Tot 2030 zijn een miljoen nieuwe woningen nodig,’ zegt hij. “Daarnaast hebben we de ambitie om Nederland bereikbaar te houden. Ook staan we voor de energietransitie en moeten we klimaatadaptief bouwen. Beide hebben forse ruimtelijke impact met bijvoorbeeld ruimte voor water en windmolens. Daarmee staan we voor een ruimtelijk ordeningsvraagstuk dat qua omvang vergelijkbaar is met het Deltaplan of de VINEX. Wij willen met onze stationsgebieden hier nadrukkelijk een rol pakken. In nauwe samenwerking met partners zijn we druk bezig met de transformatie van gebieden nabij stations die hun spoorfunctie zijn kwijtgeraakt.” Goede voorbeelden daarvan zijn onder andere Cartesiusdriekhoek in Utrecht en de Wagenwerkplaats in Amersfoort. De Lint: “In veel stationsgebieden zijn onze ketenvoorzieningen, zoals fietsparkeren en P&R ruimte-extensief georganiseerd. Denk hierbij aan stationsgebieden in middelgrote steden, zoals Hoorn en Alkmaar. Met het stapelen van deze functies kunnen enorme stukken grond worden vrijgespeeld voor stedelijke functies. P&R tijdens kantooruren en ’s avonds en in het weekend parkeren voor wonen laten zich uitstekend combineren. Klaase en De Lint maken zich sterk om vóór alles de juiste balans te bewaken bij de huidige en komende uitbreidingen en de stations goed bereikbaar te maken en te houden.

Focus op fiets (deur tot deur)

> ruim 4 miljoen ritten OV-fiets in 2018. > 17.500 fietsen. > 298 huurlocaties OV fietsen. > 12.500 fietskluizen. > 472.500 fietsparkeerplaatsen, waaronder ca. 143.000 bewaakte. Deze aantallen nemen de komende jaren planmatig toe.

Gegevens
Samenwerking
Media

Er zijn geen samenwerking beschikbaar

Scroll naar boven