Van Maak Plaats! naar plek van ontmoeting

De provincie Noord-Holland levert een flinke bijdrage aan het aanjagen en ondersteunen van de ontwikkeling van stationsgebieden. Dat blijkt uit een panelgesprek met zes betrokkenen. In dat gesprek keken we terug op tien jaar knooppuntontwikkeling en vooruit naar trends en verwachtingen.

Noord-Holland kent zestig stations en vier grote busstations. Het provinciebestuur heeft sinds 2010 met succes beleid gemaakt om de ruimte rondom OV-knooppunten beter te benutten. De maatschappelijke ontwikkelingen staan niet stil, nieuwe thema’s komen op de voorgrond bij knooppuntontwikkeling.

Anders denken

De beleidsaandacht voor knooppunten is niet iets van de laatste tien jaar. Maar in de samenleving is er in die periode volgens Gerretsen een grote omslag geweest. Vroeger maakte het voor de verkoop van woningen weinig uit of er OV in de buurt was. “Dat was vooral een beleidsambitie. Inmiddels is het helemaal andersom. Grote delen van de bevolking willen wonen in de nabijheid van goed hoogwaardig openbaar vervoer. Daarbij is het mode om meer in een stedelijke setting te wonen. Dat komt ook omdat we anders zijn gaan leven, wat onder andere mogelijk is geworden door ICT-ontwikkelingen.”
Ook gemeentes zijn anders gaan denken, de ontwikkeling van knooppunten staat meer op de kaart. Chorus: “Het is vanzelfsprekend geworden dat het prachtige locaties zijn waar je allerlei activiteiten kan ondernemen. Daarvoor lag de nadruk vooral op uitleglocaties, bouwen in de wei. Destijds vonden gemeentes stationsgebieden maar ingewikkeld.” In Purmerend was de omslag drie jaar geleden, toen geen verkeersplan maar een mobiliteitsplan werd opgesteld. Cohen: “De kern is dat we willen bevorderen dat mensen zelf de keuzevrijheid hebben hoe ze het beste kunnen reizen.” Door het verknopen van modaliteiten worden de keuzemogelijkheden vergroot en wordt de inrichting van openbare ruimte belangrijker. Voor de provincie was een verhoogde aandacht voor duurzaam ruimtegebruik een van de belangrijkste drijfveren voor een omslag in denken.

Iconische referenties

Het nieuwe denken heeft tot resultaat geleid, er zijn concrete plannen en visies voor de stationsgebieden Heerhugowaard, Zaandam Kogerveld, Castricum, Haarlem en Hoorn. Meijer: “In Hoorn en Haarlem zijn we bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van een integraal plan met partijen als NS, ProRail en de gemeente. En in Castricum wordt op dit moment het station ingrijpend verbouwd. Maar het kost veel tijd om te komen van visie naar uitvoering.”
Gemeentes die hun stationsgebied willen aanpakken kijken al snel naar iconische referenties, zoals Rotterdam en Arnhem Centraal. Dan heb je het over investeringen van honderden miljoenen. Het panel meent dat je meer kan bereiken met kleine ingrepen. Stapel: “Elke gemeente hoopt natuurlijk dat zij ook in aanmerking komen voor zo’n grote verbouwing. Maar daarvoor zijn er teveel gegadigden. De sleutelprojecten, de verbouwing van de grote stations, waren zes keer tweehonderdvijftig miljoen euro. Nu past tweehonderdvijftig keer zes miljoen beter om de brede beweging van aandacht voor stationsgebieden te ondersteunen.”

Meerwaarde

Het panel vindt samenwerking in stationsgebieden essentieel, een integrale aanpak levert meerwaarde op. Dat kan een stijgende vastgoedwaarde, maatschappelijke meerwaarde, een hogere werkgelegenheid of een duurzamere omgeving zijn. Waarbij het zaak is dat de regie op de juiste plek blijft. Fain zet een kanttekening bij de kosten en baten: “Iedereen voelt dat grote projecten als Rotterdam Centraal goede investeringen zijn geweest, maar we kunnen het helaas maar beperkt onderbouwen met data.” Stapel: “Maatschappelijke baten kun je in beeld brengen, ze komen wel degelijk hoog uit, kijk naar de A2-tunnel in Maastricht, Maar ze landen niet netjes evenredig bij de investeerders.”
Voor de toekomst ziet het panel dat mobiliteitsknooppunten zullen veranderen. Fain: “Het verandert van een mobiliteitsmachine naar een verblijfplaats, een plek waar je elkaar graag ontmoet.” Daarnaast benadrukt ze dat knooppunten de functie van een hub krijgen, waar je overstapt op deelmobiliteit, zoals deelauto’s. “Ik denk ook dat je dat in de toekomst allemaal in één app kan boeken.”

Klimaatadaptief

Meijer wijst er op dat gemeentes ook meerdere duurzaamheidsopgaven kunnen realiseren bij goed functionerende knopen. Bijvoorbeeld door de stationsomgeving groen in te richten, dat wil zeggen klimaatadaptief en natuur-inclusief. En met meer ruimte voor schone en actieve mobiliteit zoals voetganger en fiets, en minder voor de auto. En dus geeft het panel aan dat woningbouw rond knooppunten een goede optie is. Er is een tekort aan woningen voor mensen die geen huis met eigen tuin willen maar juist in het centrum van de stad willen wonen, dichtbij een knooppunt. In Purmerend zien ze dat de belangstelling voor wonen bij knooppunten toeneemt. Cohen: “Het is naast OV-knooppunt, ook de toegang tot groen in de omgeving, tot werken en faciliteiten als winkeltjes en theaters.”

Fain: “Ik wil de provincie Noord-Holland een compliment maken op dit dossier. Zij zijn een voorbeeld voor andere provincies. Qua beleid en plannen zijn ze heel actief. Ook op het gebied van dataverzameling en het delen van kennis loopt Noord-Holland voorop.” En daar is het gehele panel het mee eens.

Noord-Holland

De provincie Noord-Holland levert een flinke bijdrage aan het aanjagen en ondersteunen van de ontwikkeling van stationsgebieden. Dat blijkt uit een panelgesprek met zes betrokkenen. In dat gesprek keken we terug op tien jaar knooppuntontwikkeling en vooruit naar trends en verwachtingen.

Media

Gegevens
Samenwerking
Media

Noord-Holland

De provincie Noord-Holland levert een flinke bijdrage aan het aanjagen en ondersteunen van de ontwikkeling van stationsgebieden. Dat blijkt uit een panelgesprek met zes betrokkenen. In dat gesprek keken we terug op tien jaar knooppuntontwikkeling en vooruit naar trends en verwachtingen.

Media

Er zijn geen samenwerking beschikbaar

Scroll naar boven