Voldoende ruimte voor OV blijft cruciaal

De daadwerkelijke toekomstbestendigheid van OV locaties staat of valt met het behoud van voldoende flexibiliteit, volgens Eric Luiten en Miguel Loos van Bureau Spoorbouwmeester in Utrecht. “Zo is de aanpasbaarheid van het spoor zelf cruciaal voor een duurzaam perspectief van het gehele stationsgebied,” waarschuwen zij. “Want de nog steeds groeiende reizigersaantallen maken op termijn nieuwe uitbreidingen noodzakelijk.”

Niet alleen treinstations, maar ook alle andere vormen van vervoer, die aansluiten op de trein, moeten blijvend goed bereikbaar zijn en reizigers comfortabel en functioneel kunnen ontvangen,” zeggen spoorbouwmeester Luiten en adviseur Architectuur en Stedenbouw Miguel Loos. “Dit met efficiënte bus- en trampleinen, fietsenstallingen, P&R terreinen, Kiss & Ride en taxi standplaatsen en in de toekomst ook met ‘Mobility-as-a-Service’ concepten. Integrale bereikbaarheid beïnvloedt de toekomst van de nieuwe stadcentra. De opkomst van wonen, werken, winkelen en recreëren in of binnen afzienbare afstand van een stationslocatie, die tegenwoordig de entree van de stad vormt, is vooral te danken aan deze nieuwe integrale bereikbaarheid.”

Blijvend vitaal

Voor een stationsgebied zijn meer partijen verantwoordelijk, wat kan leiden tot een stapeling van programma’s en deelprojecten. Luiten en Loos: “Aanbevelenswaardig is daarom een integraal ruimtelijk plan. Zo’n plan kunnen we inzetten in de initiatieffase van projecten bij het verkennen van opgaven. Het biedt de mogelijkheid voor reflectie. Ook helpt het tijdens een ontwerpproces de – gezamenlijke – ambities beter te formuleren. Alle partijen zijn uiteindelijk gebaat bij een blijvend vitale stationsomgeving.”

Verstedelijkingsvraagstuk

“Ons bureau focust onder meer op het aspect van de borging van bereikbaarheid, omdat de openbare ruimte steeds meer wordt opgeëist door vastgoed,” vervolgen zij. “Wij signalieren dat functiemenging als aantrekkelijk wordt ervaren en dat de waarde van de grond binnen stationslocaties stijgt. Ons bureau adviseert NS en ProRail voortdurend vanuit het reizigers­perspectief. Dit met vooral de kwalitatieve en ruimtelijke componenten voor ogen.”

Luiten en Loos constateren dat Openbaar Vervoer ‘de wind mee’ heeft. “Dat heeft alles te maken met zowel het milieu als de economie,” stellen zij. “Met de blijvend groeiende reizigersaantallen moeten we echter verantwoord en dus toekomstbestendig omgaan. Als we meer en meer worden gedwongen tot dubbel grondgebruik bij stationsuitbreidingen, want extra sporen en perrons moeten ergens heen kunnen, dan komen we te staan voor extreem hoge kosten. Bij iedere nieuwe vastgoedontwikkeling moeten we dus nadenken over ruimte voor OV, zodat ook de moderne stationsgebieden aanpasbaar blijven.”

Nieuw elan

ProRail en NS willen samen de beleving van het reizen per trein naar een hoger plan tillen. Bureau Spoorbouwmeester voorziet de traditie van architectuur en design, als dragers van de spooridentiteit van stations en materieel, van een nieuw elan. Om tot een optimaal resultaat te komen is integraal werken is het devies. Het bureau adviseert dan ook op het niveau van verschillende ontwerpdisciplines ten aanzien van de ambitie van samenhang en ondersteunt haar opdrachtgevers waar nodig bij de inschakeling van specifieke, externe expertise.

Logisch overstappen

Het hedendaagse centrumstation verschilt enorm met de historische stations, die in een vrij veld aan de rand van de stad lagen. Het vernieuwde knooppunt ligt nu midden in de stad en voorziet ook van verbindingen tussen de stadswijken aan weerszijde. Ook het gebruik van de OV locatie en de reizigersdoelen zijn veranderd. Luiten en Loos: “Wij richten ons vooral ook op de overstappende treinreiziger. Dat betekent dat de voetganger bij een station een duidelijk vindbare, handig gesitueerde en functionele fietsenstalling mag verwachten, maar ook goede aansluitingen en een comfortabel verblijfsgebied. Vastgoedontwikkelingen binnen stationsgebieden mogen ons inziens dan ook nooit ten koste gaan van logisch, snel en comfortabel overstappen.”

Een herkenbaar (Spoor)beeld maakt het spoor toegankelijk, overzichtelijk en gebruiksvriendelijk en versterkt het gevoel van vertrouwen en veiligheid bij reizigers. Hiermee wil Bureau Spoorbouwmeester meerwaarde creëren voor de – gewenste – toekomst van (railgebonden) openbaar vervoer. Goede binnenstedelijke verbindingen, zoals bij Utrecht Centraal en Rotterdam Centraal zijn daarbij van groot belang. Deze stations functioneren als stedelijke schakels bij uitstek.

Maatwerk

Hoewel de meeste stations van vandaag ­nauwelijks meer gelijkenis vertonen met de stations uit het verleden, ze onderling aan dezelfde kwaliteit moeten beantwoorden en veel generieke kenmerken vertonen, zijn er ook veel verschillen, volgens de adviseurs. “Ieder station heeft individuele kansen, mogelijkheden en specificaties met een eigen geschiedenis binnen een eigen context,” benadrukken zij. “De verankering in de stad of het landschap vraagt niet om standaardisering, maar om specifieke kwaliteit. Deskundigheid en een scherp professioneel oog voor de specificiteit en flexibiliteit zijn daarbij onontbeerlijk.”

Bureau Spoorbouwmeester

Bureau Spoorbouwmeester is in 2001 opgericht als een onafhankelijk adviserend orgaan voor ontwerp en vormgevingsopgaven binnen de spoorsector. Dit op initiatief van de directies van NS en ProRail. Het bureau schept herkenbare en eenduidige belevingscondities voor de spoorsector als samenhangend systeem. De inhoudelijke basis hiervoor vormt het Spoorbeeld. Met oog voor de overstappende reiziger is het werkveld ook gericht op de ontwikkeling van stationsgebieden.

Bureau Spoorbouwmeester

Media

Contact gegevens Bureau Spoorbouwmeester

088 – 231 7104
Gegevens
Samenwerking
Media

Bureau Spoorbouwmeester

Contact gegevens Bureau Spoorbouwmeester

088 – 231 7104

Media

Er zijn geen samenwerking beschikbaar

Scroll naar boven