‘Krachten bundelen voor efficiënt en duurzaam containervervoer’
Inland Terminals Group is eigenlijk zelf nog een vrij jonge organisatie. ITG werd opgericht in 2021 met een overname van de binnenlandse terminalactiviteiten van BCTN. Een jaar later sloot ook Multimodal Container Services (MCS) aan. “De overname van CTT is een geweldige toevoeging aan ons toch al grote netwerk”, stelt Eduard Backer, die in oktober 2023 als CEO van ITG werd aangesteld. “We hebben nu zeventien terminals die grote delen van Nederland en Vlaanderen met de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen verbinden. Er werken bij ons 350 mensen en we vervoeren jaarlijks zo’n één miljoen TEU; voor import en export van en naar de havens.”
Focus op eenheid
Drie verschillende werkmaatschappijen maken nu dus onderdeel uit van de groep. “MCS, BCTN en CTT vallen alle drie onder één directie”, legt COO Willem van der Ark uit. “Als groep bieden we vele voordelen. We hebben een zeer breed netwerk, beslaan een groot deel van ons land en Vlaanderen én zijn lokaal heel sterk met onze eigen terminals. Die kracht vertalen we met elkaar naar onze klanten. Samen streven we naar een zo efficiënt en duurzaam mogelijk containervervoer. Er is al door onze samenwerking een heel sterke bundeling ontstaan van ladingstromen in de havens. Onze focus ligt op het behouden van een duidelijke eenheid binnen onze groep, waardoor we mét elkaar nog krachtiger kunnen worden.”
Lokale kracht
Die kracht van ITG is er volgens Backer en Van der Ark op zowel landelijk als lokaal niveau. “Dat is voor ons ook de reden dat we onze hele groep niet vanuit één centraal punt willen aansturen. Onze meerwaarde zit juist ook lokaal. Daar worden producten gemaakt, goederen opgeslagen en goederen van en naar fabrieken gebracht. Onze terminals houden om die reden ook zeker een zeer lokaal ondernemend karakter. Klanten moeten zich er thuis voelen en het is voor ons heel belangrijk dat we makkelijk blijven schakelen met gemeenten en omwonenden. Dat is voor ons echt dé kracht van de lokale terminal.”
Kracht van de groep
Natuurlijk is er ook sprake van een enorme kracht van de groep. “We hebben terminals van Groningen tot Geel en van Rotterdam tot Roermond. Ons uitgebreide netwerk van terminals verbindt steden en waterwegen in Nederland en België. En als Inland Terminals Group hebben we ook veel schepen en trucks”, zegt Van der Ark. “Daarmee kunnen wij operationele afwijkingen heel goed opvangen. Als het over de ene terminal niet lukt, dan hebben we altijd nog een andere terminal waarbij het wel gaat. Haalt het ene binnenvaartschip het niet, dan hebben we nog het andere schip dat we kunnen inzetten. Zo weten we met elkaar altijd om te gaan met zaken die eigenlijk niet zo waren gepland. Dat biedt klanten de zekerheid die ze nodig hebben voor hun eigen bedrijfsvoering.”
Verdere digitalisering
De bundeling van de drie bedrijven binnen Inland Terminals Group maakt het volgens Backer en Van der Ark ook mogelijk om serieuze stappen te zetten op twee belangrijke strategieën. “De eerste is de verdere digitalisering”, vertelt Backer. “We willen ervoor zorgen dat alle processen op onze lokale terminals toekomstbestendig worden.” ITG wil hiervoor diensten digitaliseren zodat klanten sneller, efficiënter en makkelijker met hen kunnen samenwerken. Via een web-based portal kunnen klanten zelf hun boekingen beheren. Via Application Programming Interfaces deelt ITG transportinformatie direct met de systemen van de opdrachtgevers. Van der Ark: “Zo weet een klant altijd real time waar de goederen zijn en wanneer deze aankomen op de plaats van bestemming.”
Verduurzamen
De tweede belangrijke strategie waar Inland Terminals Group op inzet, is de verdere verduurzaming. “Het is belangrijk dat we onze dienstverlening verder vergroenen”, vindt Backer. “Dat is iets wat we vanuit onszelf willen, maar ook omdat we voor grote maatschappelijke opgaven staan. Daar kunnen wij als intermodaal vervoerder veel in betekenen. Het is ook iets wat de klant steeds meer van ons vraagt. We zijn ons allemaal veel bewuster geworden van het klimaat.” Ook het feit dat er mensen in de omgeving van de terminals wonen, vraagt volgens Backer om een zo’n laag mogelijke impact op de omgeving. “We willen een zo schoon mogelijk bedrijf worden. Dat verwacht de maatschappij van ons en we willen ook zelf hier onze verantwoordelijkheid voor nemen. Als grotere groep hebben we meer slagkracht om hier echt stappen in te zetten.”
Toekomstbestendige logistieke oplossingen
Backer en Van der Ark geven aan dat er daarbij naar veel verschillende technieken wordt gekeken. “Als groep werken we aan toekomstbestendige logistieke oplossingen. We zijn een stevig plan aan het ontwikkelen om onze terminals en binnenvaartactiviteiten emissieneutraal te maken. Ook willen we onze klanten actief helpen bij het verlagen van hun CO2-uitstoot”, zegt Backer. “Dat zijn eigenlijk onze belangrijkste pijlers op het gebied van verduurzamen.” De groep zet onder meer in op schepen die varen op waterstof of elektriciteit. Er is al een nieuwe stap gemaakt in het elektrificeren van de vloot van de groep. Inland Terminals Group heeft samen met Nedcargo, Cordia Damen en Zero Emission Services (ZES) geïnvesteerd in het ombouwen van de Den Bosch Max Groen. Het verduurzaamde containerschip is vanaf april 2024 het eerste binnenvaartschip dat op ZES-technologie volledig emmisieloos vaart. Het schip vaart tussen Den Bosch en de Maasvlakte. Na de Roermond Max volgen nog vier schepen.
Samen kun je het proberen
“We hebben binnen ons netwerk ook al een binnenvaartschip varen op waterstof”, vertelt Van der Ark. “Vanuit Azië komen containers met Nike-producten naar Rotterdam. Daar worden de containers overgeladen op het waterstofschip en die vaart naar het logistieke centrum van Nike dat vlak naast onze terminal in het Belgische Meerhout zit. Als groep hebben we inmiddels al drie elektrische trucks rondrijden. We zijn daarnaast aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor een waterstofvrachtwagen. Dat zijn innovaties die allemaal nog in ontwikkeling zijn. Daar moeten we dus goed naar kijken en over nadenken. Het mooie is dat je als grotere groep ook oplossingen kunt proberen.”